Als moeder van twee chronisch zieke kinderen kijk ik met verbazing naar hoe we tegenwoordig omgaan met gezonde kinderen. Want als ik de afgelopen jaren iets geleerd heb, is het wel dat je alleen naar ziektes zoekt, als een kind daadwerkelijk iets mankeert.
Toen mijn oudste dochter nog klein was, was zij constant heel erg ziek. Hoe dat kwam wisten we niet en daarom bracht zij een groot deel van haar eerste jaren door in het ziekenhuis. We moesten haar de ene na de andere medische test en behandeling laten ondergaan om uit te zoeken wat er mis was. Als ouders wilden wij koste wat het kost weten wat ons kind zo ziekte maakte en dus drongen we soms aan op meer onderzoeken en meer tests. Iets waar de artsen het niet altijd mee eens waren, want, zo legden zij ons uit, kinderen zouden zo weinig mogelijk belast moeten worden met medische ingrepen, hoe klein ook. Zelfs even met een spateltje in een keeltje kijken, of een klein prikje voor wat bloed is voor kinderen al heel belastend. Daarom moet je dat alleen maar doen als er echt een goede reden voor is. Als je een gegronde aanwijzing hebt om dat onderzoek, of die test te doen. Als ouders vonden wij dat soms frustrerend, maar gaandeweg leerden wij ook dat artsen die mening niet voor niets zijn toegedaan. De testen die mijn dochter wel moest en heeft ondergaan waren zonder uitzondering voor haar vervelend, soms pijnlijk en vaak beangstigend, omdat ze niet begreep wat er gebeurde en waarom. Vaak hebben we haar op willen pakken en met haar het ziekenhuis uit willen lopen, aan haar lijfje geen polonaise meer, want je kind pijn zien lijden, of het nou fysiek is of emotioneel, wil geen enkele ouder. Maar wij, en daarmee zij dus ook, hadden nou eenmaal geen keus. Alle onderzoeken die zij heeft moeten ondergaan waren noodzakelijk, omdat ze te ziek was om ze niet te doen. Maar dat is wel precies de crux: dat is de enige reden om een kind aan onderzoek te onderwerpen. Omdat het niet doen voor het welzijn van het kind geen optie is.