De Slag om de Speen (want hoe kom je er vanaf?)

Heb je een onrustige baby, of een baby met enorme zuigbehoefte, dan kan een speen uitkomst bieden. Maar, er komt een moment dat je er ook weer vanaf moet. En dat kan een behoorlijke uitdaging zijn. Vala weet er alles van.

Toen mijn zoon net geboren was en we nog lagen uit te hijgen in het ziekenhuis, kwamen de verpleegsters een voor één hun medeleven aan mij betuigen. Omdat ik ‘The Barracuda’ had gebaard, zoals mijn baby al na een paar uur te boek stond op de kraamafdeling. Hij had namelijk een zuigbehoefte waar je u tegen zei en was in staat met zijn kleine kaakjes een vacuüm te trekken waar de sterkste stofzuiger nog een puntje aan kon zuigen. Dat deed ‘ie dus ook heel gretig, aan mijn arme tepels. Die binnen een dag bont, blauw en bloedend waren, omdat hij ook na het drinken het liefst de hele dag sabbelend doorbracht. En dus kochten we een speen, wurmden die tussen zijn lipjes en leefden allemaal nog lang en gelukkig. Totdat we mijn zoon probeerden te beroven van zijn geliefde ‘Speenie’. En de hel losbarstte.

Lees ook: De 10 geboden van het babygenootschap.

Spenen zijn namelijk crack voor baby’s, heb ik moeten constateren. Onze zoon was er in ieder geval hardcore aan verslaafd. Op een gegeven moment had hij, en ik overdrijf niet, maar liefst tien spenen in zijn ledikant liggen, zodat er altijd eentje voor het grijpen lag. Wij werden er namelijk gek van iedere nacht zes keer ons bed uit te moeten, omdat Speenie weer eens tussen die rottige spijltjes door gevallen was. En wij dus weer in onze blote kont in het donker over de grond konden kruipen, omdat onze zoon zonder speen direct in slaapstaking ging. Bovendien maakten we ons zorgen over zijn gebitje, wat naar ons idee vast en zeker naar de gallemiezen zou gaan van iedere nacht zo’n stuk rubber ertussen. Kortom: Speenie had to go. Maar zo makkelijk kwamen we niet van hem af.

Of onze zoon Speenie niet aan Sinterklaas mee wilde geven, vroegen we. Maar nee, hij wilde nog liever helemaal geen cadeautjes dan dat ‘ie Speenie bij wijze van ruilmiddel ’s avonds in zijn schoen moest achterlaten. Ook wilde hij hem niet doneren aan de zielige speenloze baby in Afrika, die zijn vader en ik in het leven hadden geroepen om in te spelen op het barmhartigheidsgevoel van ons kind. Hij wilde best een tekening maken voor die baby, of zijn sperziebonen aan hem afstaan, maar Speenie, die zette hij toch echt niet op het vliegtuig. Speenie onderdompelen in een vies smakend goedje zette ook geen zoden aan de dijk. Onze zoon zoog er gewoon dapper dwars doorheen. Je kunt veel zeggen van mijn kind, maar als hij ergens voor gaat, dan gaat ‘ie er ook voor. Toewijding heet dat, mensen. Als hij zich later ook op die manier inzet voor z’n wiskundehuiswerk, wint hij nog eens de Nobelprijs. En de eerste die hij dan bedankt in zijn acceptance speech is niet zijn moeder, maar zijn geliefde Speenie.

Gewoon cold turkey afkicken door hem Speenie bruut afhandig te maken, leverde taferelen op die vergelijkbaar zijn met Leonardo diCaprio’s afkickscène in The Basketball Diaries. Schuimbekkend en met zijn ogen rollend zat ons kind in bed. We hebben nog net geen exorcist gebeld, maar het scheelde niet veel of hij was groen slijm gaan braken en opruiende teksten uit gaan kramen. Soms word ik er nog gillend wakker van. En daarom heeft het bijna vier jaar geduurd voordat we van Speenie af waren. De oplossing kwam uit onverwachte hoek, toen we een kat aanschaften die alle tien de Speenies binnen drie weken soldaat maakte en mijn zoon dus achterliet als speenwees. Wat hij weliswaar niet leuk vond, maar toch schoorvoetend accepteerde. Tja, vreemde ogen dwingen blijkbaar. Of een stel scherpe tandjes dus in dit geval.

Heb jij ook een speenverslaafde die niet af wil kicken? Wellicht biedt een bezoekje aan het asiel dan uitkomst. Mijn jongste dochter blijkt inmiddels ook een liefhebber en hoewel ze pas zeven maanden is en dus nog best wel even door mag sabbelen, heb ik de kat alvast maar weer gebriefd. Ik hoef het startschot maar te geven en het laatste uur voor Speenie heeft geslagen. Ik ben onze rubberkauwende kater eeuwig dankbaar, want zonder hem had Speenie mijn kinderen waarschijnlijk voor eeuwig in zijn greep gehouden. Want een echte speenverslaafde, weet ik nu, dat is erger dan de grootste kettingroker.

Lees ook: 21 Dingen die baby’s maar niet willen begrijpen.