Toen Vala naar het Consultatiebureau ging en opeens een verslaafd kind had

Vala’s dreumesdochter Arwen drinkt nog steeds uit een fles. Dat vindt Vala prima, maar volgens het Consultatiebureau is dat een groot probleem.

Onlangs mochten Arwen en ik weer op audiëntie komen bij onze vrienden van het Consultatiebureau. Mijn dochter had namelijk de gezegende leeftijd van 14 maanden bereikt en dus was het tijd voor het periodieke vergelijkend warenonderzoek. Waar wij inmiddels altijd met angst en beven naartoe gaan, aangezien er tot nu toe altijd wel iets aan Arwen niet blijkt te deugen. Dit keer kon ik mij echter met de beste wil van de wereld niet voorstellen wat er mis kon zijn. Mijn dochter loopt, slaapt meestal door (even afkloppen), heeft een zich in rap tempo uitbreidend vocabulaire, kan op verzoek dansen op verschillende muziekstijlen en heeft sinds ons laatste CB-bezoek zelfs haar zorgwekkende klapachterstand weten in te halen (het kostte wel wekenlang intensieve training, maar je moet er wat over hebben). We waren dus home-free, leek mij, en dientengevolge betraden wij met opgeheven hoofd de spreekkamer van de arts. Om hem een kwartiertje later beiden brullend (terwijl slechts één van ons belaagd was met een naald) te verlaten. Mijn dochter is namelijk een junk, zo blijkt. En moet nodig afkicken.

Lees ook: Het leed dat bijvoeden heet

Wat is het euvel precies, vraag je je waarschijnlijk af? Nou, Arwen drinkt nog uit een fles. Ik wist niet dat dat een probleem was, maar inmiddels heb ik begrepen dat dat op 14-maandige leeftijd een situatie is die mensen doorgaans van pure schrik en ontreddering bijkans een appelflauwte bezorgt. Personen die ouder zijn dan een jaar dienen namelijk hun dranken alleen te nuttigen uit een beker. Wellicht nog met een tuit, of desnoods met ingebouwd rietje, maar daar moet ’t dan ook wel ophouden. Echter, vocht tot je nemen middels een spéén is uit den boze als je jezelf een volwaardige dreumes wilt noemen. Streng werden wij aangekeken van achter de hoornen bril van de CB-arts. “Ze moet hier wel vanaf hoor, mevrouw,” was de onomwonden boodschap. “En wel zo snel mogelijk.” Want inderdaad, voor je ’t weet staat Arwen in de brugklas haar energy drinks over te gieten in haar Tommee Tippee, ipv de Red Bull gewoon, zoals normale tieners, rechtstreeks uit het blikje te drinken. En, nou ja, dan kan zelfs de stevigste Kanjertraining haar niet meer redden natuurlijk. Want geef haar klasgenootjes dan maar eens ongelijk als ze niet met haar willen chillen. Met zo’n sneu figuur wil je tenslotte echt niet gezien worden.

Toegegeven, haar grote broer en zus waren op deze leeftijd inderdaad al lang en breed flesvrij. Die dronken ruim voor hun eerste verjaardag al uit een beker. Maar ik had er nooit bij stilgestaan dat je kind rijp is voor een 12-stappen-programma als het na dat eerste jaar nog steeds graag naar de fles grijpt (“Ik ben Arwen en ik ben een flesverslaafde”, “Hallo Arwen”). Ik vrees daarnaast bovendien dat het een een helse exercitie wordt om haar er vanaf te krijgen, want echt, dat kind is hardcore verslaafd. Het is namelijk niet dat we het niet geprobeerd hebben natuurlijk, die fles in te ruilen voor iets anders. Net zoals bij die andere twee ben ik na vier maanden heel braaf begonnen met het introduceren van de tuitbeker. En toen dat niet lukte kochten we een rietjesvariant. Beiden welke structureel werden geweigerd en na de zoveelste poging onder luid protest woest weggesmeten, zelfs de varianten met leuke kleurtjes, glitters, geluidjes en andere toeters en bellen waar de meeste kleine kinderen doorgaans goed mee te verleiden zijn. Want Arwen, die doet het daar niet voor. Voor haar geldt: een rubberen variant van de tiet, en anders niet. We zitten dus met de handen in het haar. Want als dit een indicatie is voor de verslavingsgevoeligheid van ons kind, dan kunnen we onze borst in de puberteit wel nat maken, dat begrijp je.

We hebben nog een paar maanden respijt gekregen van het Consultatiebureau, maar als ze met de 18 maanden controle niet van de fles af is, dan vrees ik dat ik haar weg moet brengen naar een kliniek om onder professionele begeleiding af te kicken. Het zal daar dus wel op uitdraaien, want de pogingen die we ondertussen thuis hebben ondernomen resulteren slechts in taferelen waar Leonardo diCaprio’s afkickpoging in The Basketball Diaries mild bij afsteekt. En hoewel ik best wel van het autoritair opvoeden ben, gaat het me toch wat ver om mijn kind te laten uitdrogen voor de goede zaak. Ik vrees dus dat ik mijn dochter zal moeten laten institutionaliseren, wil ze in de toekomst nog op een enigszins normale manier deel kunnen nemen aan de maatschappij. Hopelijk kan ik haar later uitleggen dat mama gewoon geen andere keus had dan haar in die dwangbuis mee te geven aan de mannen in de witte jassen. Dat het voor haar eigen bestwil was. En dat ze me dan zal vergeven. Dan ga ik haar nu dus maar haar allerlaatste flesje geven. Bottom’s up, en ik hoop dat ze het zich goed laat smaken. Want hierna zal drinken voor mijn dochter nooit meer hetzelfde zijn.

Lees ook: Hoe ik mij kapot schaamde op het Consultatiebureau.