Tegenwoordig, als ik over straat loop, krijg ik regelmatig ‘de blik’ van mensen die ik tegenkom. Die blik die je krijgt als je zo halverwege je zwangerschap bent en dus al een duidelijk buikje hebt, maar nog wel (soort van) in staat bent om je voort te bewegen. Van die vertederde, zachte blikken. Dat wildvreemden opeens een beetje zoetsappig naar je beginnen te glimlachen als je langs loopt. Omdat ze denken: “Ach, wat mooi, daar groeit een baby in. Wat lief, wat schattig.” Maar ook: “Och meisje, wacht maar straks, je weet niet half wat je te wachten staat.” Maar dat weet ik wel, want ik heb er al twee gebaard. En als je écht goed kijkt, dan kun je dat wel zien. Want een ervaren zwangere, die herken je. Hoe dan? Hieraan bijvoorbeeld:
Lees ook: 15 Dingen die je gaat missen van zwanger zijn.
1. Het waggeltje. De first time zwangere gaat meestal pas gelijkenissen met een uit de kluiten gewassen eend vertonen als ze ver in haar derde trimester is. Simpelweg omdat haar buik dan pas zo groot is dat hij niet meer goed tussen haar benen past en daarnaast ook omdat ze nog haar best doet om zo lang mogelijk enigszins elegant uit de hoek te komen. Voor de zwangere in de herhaling gelden beide dingen doorgaans niet meer. Ik zie er (met 28 weken) nu al uit alsof ik gisteren moest bevallen, dus ik heb weinig keus: of Mario moet me over straat rollen, of ik beweeg me voort alsof ik permanent in mijn broek gepoept hebt. En aangezien ik nog zo’n 11 weken te gaan heb en er toch boodschappen in huis gehaald zullen moeten worden, zit er weinig anders op dan de schaamte voorbij te gaan en me gewoon naar de supermarkt te begeven.
2. Wat ze eet/drinkt. Wie voor het eerst zwanger is, is doorgaans hysterisch over wat ze in haar mond stopt. Je wordt namelijk aan alle kanten bang gemaakt voor listeria, toxoplasmose, kaneelvergiftiging en gierende baby-ADHD, veroorzaakt door cafeïne. Kom je dus in de supermarkt een zwangere tegen die driftig etiketten staat te lezen, of in een restaurant aan de ober een minutieuze opsomming van de ingrediëntenlijst van ieder gerecht op de menukaart verlangt, dan weet je: het is haar eerste keer. Want de ervaren zwangere neemt het allemaal wat minder nauw. Een lekkere cappuccino op een terras kan echt wel een keer en van die appelpunt raakt haar ongeboren spruit echt niet meteen binnenbaarmoederlijk in een anafylactische schok. Niet dat je een tweede (of derde, vierde, vijfde) keer niet oplet, maar je weet ook: het zal allemaal wel loslopen. Negen maanden leven op droge crackers is echt niet nodig.
3. Wat ze draagt. Vrouwen die hun primeurzwangerschap doormaken willen er graag uitzien als de vrouwen in de folder van Prénatal. Ik wilde ook die gelukzalige, blozende, immer gestylede zwangere zijn. Want, was ik van mening, zwanger zijn is nog geen reden om te verslonzen. In theorie waar natuurlijk, maar in de praktijk wat lastiger vol te houden. Zeker als je al een kind (of meerdere) rond hebt stuiteren en de tijd om daadwerkelijk werk van jezelf te maken dus gelimiteerd is. Toen ik zwanger was van mijn eerste had ik alle tijd van de wereld om te shoppen. Van die schattige tuniekjes te kopen en hippe positiejeans. Bovendien had mijn baarmoeder nog niet eerder negen maanden stretchoefeningen achter de rug en duurde het dus zeker zeven maanden voor ik echt in de positie kwam dat ik eigenlijk alleen nog maar joggingbroeken kon dragen. Echter, heb ik nu twee hyperactieve kinderen aan mijn gezwollen enkels hangen en dus geen zaterdagmiddagen meer vrij om de stad in te gaan. Daarnaast vroeg iemand laatst of ik al moest bevallen, dus dan kun je je wel een voorstelling maken van het formaat dat ik inmiddels al heb aangenomen. Met de beste wil van de wereld krijg ik mezelf niet eens meer in de wijdste positiejurk gepropt. Dus loop ik erbij als Ma Flodder. Stijl is overrated. Comfort is wat je wilt.
4. Het klagen. Die eerste keer, dan ben je meestal euforisch en vind je alles prachtig. Vaak heb je een hele bewuste keus gemaakt om zwanger te worden en als het dan gelukt is, voelt het bijna als een soort heilige graal die je gevonden hebt. Zwangerschap is een verlichte staat van zijn, die eerste keer. Begrijpelijk, want alles dat nieuw is, is spannend en leuk. Daarnaast is een eerste zwangerschap (mits die verloopt zonder al teveel heftige kwaaltjes natuurlijk) doorgaans de meest makkelijke. Je lichaam heeft niet al eens eerder negen maanden een opdonder gehad en daarna moeten herstellen, alles is nog strak en stevig en gaat dus minder snel verzakken en hangen én je hebt niet al een kind waar je de hele dag achteraan moet rennen, of zes keer ‘s nachts je bed voor uit moet. Logisch dus dat zo’n eerste zwangerschap voornamelijk voelt als rozengeur en maneschijn. Ga je echter in de herhaling, dan is het niet zelden een ander verhaal. Kwaaltjes en pijntjes komen sneller en heftiger weer opzetten, je bent drie keer zo moe en het lijkt allemaal veel langer te duren dan die eerste keren. En dat steek je dan niet onder stoelen of banken. Vraag je dus een zwangere hoe het met haar gaat en ontsteekt ze direct in een verhitte klaagzang, dan is de kans groot dat ze niet voor het eerst met kind geschopt is.
5. De nonchalance. Ik heb nog foto’s op Facebook van mijn ex-Manlief die rond de derde maand van mijn eerste zwangerschap bezig was het ledikant in elkaar te zetten. Daar had ik hem toe gedwongen, want ik wilde alles namelijk op tijd klaar hebben. RUIM op tijd dus. Ik had de gehele babyuitzet klaar daags na de 12-weken echo en mijn ziekenhuistas stond al maanden vóór de bevalling gepakt en wel naast de deur. Ik wist precies waar en hoe ik wilde bevallen, had een zes A-4tjes tellend geboorteplan opgesteld en álles gelezen over baby’s wat er maar voor handen was. Nu ik 28 weken zwanger ben van de derde beginnen mensen te informeren of we alles al klaar hebben en dan denk ik: ‘Oh ja, spullen… Die baby heeft ook spullen nodig…’ Over het hoe en wat van de bevalling denk ik nauwelijks na. Dat zien we wel als het vruchtwater op de grond spettert. Dat kind moet eruit ja, maar hóe, daar breek ik me tegen die tijd het hoofd wel over. Het komt zoals het komt. Dat is de laisser-faire mentaliteit van de ervaren zwangere.
Lees ook: Waarom iedere volgende zwangerschap makkelijker is dan de eerste.