Al maanden worden we om de oren geslagen met cijfers. Besmettingen, ziekenhuisopnames, doden, het liegt er allemaal niet om. Of juist wel?
In tijden van crisis is er een hoop onzeker. En multi-interpretabel. Gelukkig zijn er dan altijd nog de cijfers. Daar kun je namelijk niet veel anders van maken, want cijfers liegen niet. Althans, dat zou je denken. Behalve in de coronacrisis, want daar zijn cijfers, net zoals feiten tegenwoordig, gewoon maar meningen. Wie objectief kijkt naar de cijfers kan maar één conclusie trekken: het coronavirus is niet de ramp die ons wordt voorgespiegeld. En objectief is de enige manier waarop je naar cijfers zou moeten kijken. Omdat cijfers nou eenmaal geen subjectieve lading hebben. Cijfers zijn wat ze zijn: een simpele optelsom, een feitelijke weerspiegeling van een situatie. Nou ben ik altijd slecht in rekenen geweest, maar zelfs ik weet dat 1+1 nog altijd 2 is. Toch is ons kabinet in staat een heel andere uitkomst uit die berekening te krijgen. En alsof dat nog niet bizar genoeg is, neemt een groot deel van de mensen de proef op de som niet even zelf, maar schrijft gewoon het antwoord over.
Creatief boekhouden
Het kabinet vertoont al ruim een half jaar een sterk staaltje creatief boekhouden. In plaats van ‘positieve testen’ wordt er gesproken over ‘besmettingen’, wat iets heel anders is. Wie in de afgelopen maanden een keer positief testte, maar maanden daarna kwam te overlijden aan iets anders wordt meegerekend als ‘coronadode’. Wie in het ziekenhuis behandeld wordt voor iets anders dan corona, maar toevallig ook positief test, komt te boek te staan als coronapatiënt. Wie positief test bij de GGD gaat niet alleen zelf de statistieken in als coronalijder, maar neemt automatisch zijn/haar hele huishouden mee, ook als zij niet eens getest zijn. Een aanzienlijk deel van de PCR-testen geeft een vals-positief resultaat, deels omdat deze test niet geschikt is voor diagnostiek op deze manier, deels omdat aantonen dat iemand in aanraking is geweest met het coronavirus niet automatisch betekent dat die persoon ook ziek en/of besmettelijk is en omdat de resultaten van deze testen op een verkeerde manier worden geïnterpreteerd en gedocumenteerd. Desondanks ga je hoe dan ook de coronaboeken in. Maar dat je dan een dik boek vol coronaverhalen hebt, wil niet zeggen dat het verhaal dat je vertelt niet weinig meer dan fictie is.
Massaal dyscalculie
Opmerkelijk genoeg is het echte verhaal helemaal zo moeilijk niet te vinden. Het RIVM geeft zelf aan dat SARS-COV-2 voor 98 procent van de mensen die ermee geïnfecteerd raakt niet gevaarlijk is, er zelfs nauwelijks tot geen last van heeft. De WHO heeft onlangs de IFR (Infection Fatality Rate) naar beneden bijgesteld, tot 0,05 procent voor mensen onder de 70 jaar, wat COVID-19 minder gevaarlijk maakt dan de jaarlijkse griep. De CDC (Center for Disease Control and Prevention) vertelt ons dat personen die ernstig ziek worden van dit virus daarbij gemiddeld maar liefst 2.6 andere aandoeningen hebben, waardoor zij, logischerwijs en zoals dat dan gaat met alle virussen, dus meer risico lopen. Allemaal cijfers die vrijelijk beschikbaar zijn en waarmee het rekensommetje, zelfs voor hardcore alfa’s zoals ik, gauw gemaakt zou moeten zijn. Maar kennelijk worden we weliswaar niet massaal ziek van corona, maar zorgt het inderdaad wel voor een pandemie: we krijgen er met z’n allen massaal dyscalculie van. En als iemand die daarmee daadwerkelijk gediagnosticeerd is, vind ik het een uiterst vreemde gewaarwording dat ik plotseling beter kan rekenen dan een groot deel van de bevolking.
Sensationele slotsom
Inderdaad, de cijfers zelf liegen niet, maar aan de rekentafel van Mark en Hugo komt er opgeteld toch een alternatieve waarheid uit. Je zou denken dat ze daarop afgerekend worden, maar kennelijk geloven we liever hun sensationele slotsom; dat het allemaal in het honderd loopt, dan dat we daarover, om maar even in het cijfermatige jargon te blijven, wat vieren en vijven hebben. Ik ben benieuwd wat de uitkomst zal zijn, als het kabinet over een paar jaar de balans heeft opgemaakt. Gelukkig hoef je voor het opmaken van díe statistieken in ieder geval zeker niet te kunnen rekenen. Je hoeft namelijk geen wiskundige te zijn om te weten dat de cijfers voor die berekeningen echt dramatisch zullen zijn.