De waarheid is hard. Maar hem ontkennen is levensgevaarlijk

Deze week dook Ira Helsloot plotseling weer op in het publieke debat over de coronacrisis. Hij zat aan tafel bij Op1, waar hij verkondigde wat hij al vanaf het begin van de crisis roept: ophouden met het coronabeleid zoals dat nu wordt gevoerd. Gaat er dan nu eindelijk iemand luisteren?

Of we ‘mensen gewoon maar dood moeten laten gaan’ is steeds weer de, overigens nogal stemmingmakende, vraag aan hoogleraar Ira Helsloot, als hij zijn mening geeft over het coronabeleid van ons kabinet. Helsloots antwoord daarop is altijd simpel: “Ja.” Dat is geen leuke boodschap, maar het is wel de boodschap die hij al maanden over het voetlicht probeert te krijgen. En het is vooral een rationele boodschap. Maar dat is precies wat Helsloot steeds de das omdoet in het ‘mainstream’ coronadebat: zijn rationele benadering van de coronacrisis. Daar worden mensen namelijk heel kwaad van. Hoe durf je te zeggen dat mensen maar gewoon moeten sterven? Hoe durf je te doen alsof dat normaal is? Dat is ‘harteloos’ en ‘koud’. Maar dat is het helemaal niet. Het is realistisch. En juist in crisistijden is het van het grootste belang om reëel te blijven.

Spijt

Als we over een paar jaar terugkijken op deze crisis, zullen we de haren uit ons hoofd trekken van spijt over hoe we het hebben aangepakt als we nu zo doorgaan, voorspelt Helsloot. De levensjaren die we op dit moment winnen, zullen niet op blijken te wegen tegen de levensjaren die we uiteindelijk verloren zullen hebben als gevolg van de huidige maatregelen. De economische recessie die daaruit voortkomt zal nog jarenlang slachtoffers eisen, op allerlei verschillende manieren en fronten. Economie gaat namelijk niet ‘alleen maar over geld’, wat veel mensen de hele tijd verontwaardigd roepen. Economie gaat vooral over mensenlevens. Als we die economie op slot blijven gooien gaan er mensenlevens verloren. Veel mensenlevens. Veel meer mensenlevens dan we verliezen als we de maatregelen anders vormgeven, of ermee stoppen. De mensen die doodgaan als we de 1.5 meter samenleving en de algemene lockdowns opheffen zijn vrijwel allemaal boven de 80 jaar en al zwak en/of ziek. Dat zijn de feiten. De maatregelen leveren deze mensen misschien gemiddeld een extra levensjaar op. De vraag die we ons zouden moeten stellen is: weegt dat ene extra levensjaar van mensen die al een heel leven achter zich hebben, op tegen de vele verloren levensjaren van mensen die nog een heel leven voor zich hebben? Het enige reëele antwoord daarop is dus: nee.

Perspectief

Hoe verdrietig ook dat er mensen doodgaan, we moeten de zaken wel in perspectief blijven zien. Een simpele illustratie: als opa Henk van 85 een jaar geleden een longontsteking of griep had gekregen en daarmee (en, let op: daarmee is nog wat anders dan daardoor) was komen te overlijden hadden we dat allemaal zonder blikken of blozen geaccepteerd. Dan hadden we gezegd: heel naar, maar opa Henk heeft een mooi, lang leven gehad. En dit is nu eenmaal hoe het leven van een mens heel vaak eindigt: met een virus dat het oude, verzwakte lichaam net dat laatste zetje geeft. Dat is ook juist hoe de natuur het geregeld heeft. Mijn eigen oma, 90 jaar, overleed bijvoorbeeld aan een blaasontsteking. Ze was oud, haar lijf was op en dus kon ze die op zichzelf redelijk onschuldige infectie niet meer hebben. Een mens moet ergens aan doodgaan. Dat is de realiteit. Wat niet realistisch is, is besluiten dat er niemand meer mag sterven en om dat voor elkaar te krijgen het hele leven stil zetten. De volksgezondheid en daarmee het leven in het algemeen is namelijk meer dan wel of niet doodgaan met Corona.

Egoïstische bejaardenkiller

Maar wie dat waagt te zeggen is een koude, egoïstische bejaardenkiller die alleen maar aan zichzelf en aan ‘geld’ denkt. Je kunt een mensenleven niet in waarde uitdrukken wordt er geroepen, maar dat kun je wel. Dat moet je zelfs. Dat is wat we in de maatschappij en in de medische wereld al jarenlang, en over het algemeen genomen terecht, doen. Hoeveel geld mag er uitgegeven worden om iemand te redden die waarschijnlijk niet meer te redden is, of bij wie het niet meer om redden, maar vooral om ‘rekken’ gaat? Die berekeningen worden in de zorg voor alle andere ziektes en behandelingen altijd al gemaakt, simpelweg omdat je ergens een grens moet trekken, wil er nog sprake zijn van evenredigheid in de maatschappij. Daarmee zeg je niet dat bepaalde mensenlevens minder waarde hebben, dat het niet verdrietig is als er mensen doodgaan die misschien nog wat langer hadden kunnen leven, of dat er niet ook jonge mensen zijn die heel erg ziek kunnen worden. Maar je moet een kosten-baten analyse maken. En als iets meer kost dan het uiteindelijk voor de maatschappij en de toekomst van de mensen die daar deel van uit maken oplevert moet je ermee ophouden. Omdat anders iederéén uiteindelijk alsnog slachtoffer wordt van het coronavirus.

Geen pleister plakken, maar bloeden stelpen

En voor je begint over het probleem van het vollopen van de IC’s: laten we ook daarbij de realiteit niet uit het oog verliezen. Ik heb net anderhalf jaar in de zorg gewerkt, middenin in de eerste golf dus ook en zelf gezien hoe heftig dat voor die mensen was en wat een krachttoer zij geleverd hebben. Maar ook hier geldt weer: wel blijven differentiëren. Het feit dat we een capaciteitsprobleem op de IC krijgen als er teveel patiënten tegelijk binnenkomen is een resultaat van de jarenlange bezuinigingen in de zorg en de structurele onderwaardering van het zorgpersoneel. Niet van het coronavirus. Laten we dus nu niet opeens doen alsof de coronacrisis een probleem veroorzaakt dat we eerst helemaal niet hadden. Natuurlijk is het een probleem als er te weinig IC-bedden en/of IC-personeel zijn en als de personeelstekorten in de zorg in z’n algemeenheid nog groter worden omdat al die mensen uitvallen of weglopen. Maar misschien moeten we, ipv nu een snelle pleister op die wond te plakken, dat bloeden eens structureel gaan stelpen, zodat we dit probleem niet meer hebben. De coronacrisis en de tekorten in de zorg zijn twee separate problemen, die we nu niet, uit emotie, opeens met elkaar moeten gaan verbinden en waardoor we bovendien het kabinet ontslaan van het nemen van verantwoordelijkheid voor jaren van wanbeleid in de zorg.

Offers maken

Rationeel en ‘hard’ zijn is moeilijk. Het betekent keuzes maken die je eigenlijk niet wilt hoeven maken. Het betekent nu offers maken, zodat er later geen slachting hoeft plaats te vinden. En daar mogen we absoluut geëmotioneerd, boos en verdrietig over zijn. Wij, de burgers. Maar degenen die het beleid maken mogen dat niet. Kunnen dat niet. Beleid kun je niet maken op basis van emoties en angst. Beleid kun je niet maken op ‘wat als’ sentimenten. Beleid moet je maken op basis van feiten, cijfers en dus op basis van ratio. Ik weet niet zeker of ik niet geschept wordt door een auto als ik ’s morgens de deur uitstap. Wat ik wel weet is dat die kans statistisch gezien heel klein is. En dat ik dus beter wel de deur uit kan gaan, omdat de kans dat ik, als ik dat niet doe en mezelf opsluit in mijn huis, ongelukkig, arm, depressief en ziek wordt met alle gevolgen voor mij en mijn omgeving van dien en de kans dat ik daar uiteindelijk aan doodga, wél aanzienlijk is. Dat is wat ik weet en dus zijn dat de feiten waar ik op moet varen. Regeren is nou eenmaal vooral ook vooruit zien. Ira Helsloot is niet hard en ‘koud’, hij heeft gewoon gelijk. Moeten er dan helemaal geen maatregelen meer genomen worden? Misschien moeten er andere maatregelen genomen worden, meer gericht op het, waar mogelijk, beschermen van de kwetsbaren en het laten doordraaien van de rest van de maatschappij. Hoe dan ook, moeten er dus ‘maar gewoon mensen sterven’? Ja. Gebaseerd op de cijfers en de feiten die we, na zes maanden coronacrisis, inmiddels hebben, is dat, helaas, de realiteit. Omdat de realiteit waar we anders over een paar jaar in leven heel wat harder zal zijn dan de uitspraken van Ira Helsloot nu.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.