Wie geen vertrouwen heeft in de overheid wordt al gauw weggezet als ‘complotdenker’. Tenslotte heeft die overheid het beste met ons voor. Maar is dat echt zo?
Ik ben opgegroeid met een rotsvast geloof in Vadertje Staat. Hoe kon het ook anders met een diep-socialistische vader in de politiek, die mij met de paplepel in goot dat de overheid de hoeder van de burger was, op wie je altijd kon vertrouwen. Die je op zou vangen als je viel en er voor je zou zijn in barre tijden. Dat vertrouwen hebben heel veel mensen. Vertrouwen in de overheid is bijna een soort religie. En religie maakt blind. Blind voor fouten, blind voor wantoestanden en onrecht die begaan worden door toedoen van wie of wat aanbeden wordt. Erkennen dat wat je verheerlijkt helemaal zo heilig niet is, is moeilijk. Het is pijnlijk en bovendien onveilig. Tenslotte betekent het dat je niet beschermd bent, maar juist vogelvrij. En dat is beangstigend. Maar de waarheid is niet zelden pijnlijk en eng. Dus ben je een complotdenker als je dat erkent, of gewoon een realist?
Belasting,- en pornoparadijs
De Nederlandse overheid heeft de afgelopen jaren regelmatig laten zien dat ze het zo goed met de burger helemaal niet voor heeft. Nederland is te boek komen te staan als belastingparadijs voor rijken en multinationals, we zijn de grootste speler in Europa als het gaat om het online hosten van kinderporno, de Belastingdienst verdonkeremaant kapitale fouten waar hele gezinnen van aan het gas zijn gegaan, ons zorgsysteem wordt steeds verder afgebroken terwijl we er steeds meer voor gaan betalen, het onderwijs holt achteruit, net als de rest van het sociale stelsel waar mensen jarenlang zo hard voor gewerkt en voor betaald hebben. En dan is er nu de coronacrisis. Een crisis die de corruptie van de overheid meer dan ooit zeer pijnlijk blootlegt. Want dat er dingen gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen en die bovendien helemaal niet in het belang van de burger zijn is geen complottheorie, maar gewoon een feit. En feiten zijn, hoe pijnlijk en wellicht bijna niet te geloven ook, nog steeds geen meningen.
‘Fabeltjesfuik’
Het is een feit dat de Nederlandse overheid geen openheid van zaken geeft over gemeenschapsgeld dat tijdens deze crisis is uitgegeven. Het is een feit dat de Nederlandse overheid malafide bedrijven overeind houdt met subsidies, terwijl ze grote delen van de bevolking financiĆ«le steun ontzegt. Het is een feit dat verschillende hoogwaardigheidsbekleders de regels die zij de burgers opleggen zelf niet opvolgen en daar dan vervolgens niet of nauwelijks consequenties van ondervinden, terwijl de burgers wel beboet worden. Het is een feit dat er gelogen wordt over beleidskeuzes die gevaar opleveren voor bepaalde groepen in de samenleving. Allemaal feiten die illustreren dat de Nederlandse overheid niet de belangen van haar burgers, maar vooral die van zichzelf behartigt. Mensen die dat aankaarten classificeren als complotdenkers die verstrikt zijn geraakt in de zogenaamde ‘fabeltjesfuik’ – in het leven geroepen door een door diezelfde overheid gesubsidieerde spreekbuis bij de publieke omroep – is niet alleen onterecht en ongefundeerd, het is vooral een illustratie van de kracht van indoctrinatie. En van hoe gevaarlijk dat eigenlijk is.
Sprookjes
Ongeacht de vraag of we wel of niet te maken hebben met een levensgevaarlijk killervirus dat het leven zal kosten aan miljoenen mensen als er geen drastische maatregelen genomen worden, is het onomstotelijk duidelijk dat de Nederlandse overheid beleid voert dat niet klopt. En dat is, inderdaad, bijzonder pijnlijk en heel eng. Dat je die realisatie moeilijk vindt en dat dat tornt aan de fundamenten waarop je je leven gebouwd hebt is logisch. Daar is een uitdrukking voor: van je geloof afvallen. Net zoals je losmaken van een religieuze stroming waarin je bent opgegroeid, is afstand nemen van de overheidsdoctrine een ingewikkeld proces, dat je doet twijfelen aan alles waar je altijd in geloofde en misschien zelfs aan wie je zelf bent. Dat is niet erg en het betekent ook niet dat je dan maar een aluminiumhoedje moet vouwen en achter alles wat de overheid doet een complot moet zoeken. Corrupt beleid voeren is namelijk iets anders dan een complot smeden. En kritisch zijn, vragen stellen en om verantwoording vragen over zaken die grote impact hebben op het publieke leven is iets anders dan complotdenken. De Nederlandse overheid heeft, in heel veel gevallen en helaas ook in deze crisis, niet per definitie het beste voor met haar burgers. Wellicht is dat inherent aan de heersende macht en is dat vrijwel onmogelijk te veranderen. Toch het is wel de realiteit. Als je desondanks in sprookjes wilt blijven geloven snap ik dat best, want die zijn nou eenmaal mooier dan het echte leven. Het is tenslotte niet voor niets dat religie, het grootste complotsprookje van de wereld, nog steeds zoveel plaats inneemt in het leven. Maar eigenlijk weten we natuurlijk allemaal best dat het leven geen sprookje is. Dus kun je je in dat licht bezien wel afvragen: wie is nou eigenlijk de complotdenker?