Als moeder van dochters heb ik altijd geweten dat er een moment zou komen dat ze geconfronteerd zouden worden met dat wat bijna iedere vrouw in haar leven meemaakt: seksuele intimidatie. Ik had alleen niet gedacht dat dat al zo vroeg zou zijn.
Ooit, ik denk dat ik begin 20 was, zat ik met een vriend in een café. We hadden het over de toekomst en hij vroeg mij of ik kinderen wilde. Ik zei van niet, omdat ik bang was om dochters te krijgen. Dochters die dan later, net als ik, slachtoffer zouden worden van seksueel geweld. Omdat het bijna een gegeven is dat je daar als vrouw mee te maken krijgt. Uit eigen ervaring wetende wat dat met je doet, wilde ik dat niet voor mijn eigen dochters. Mijn vriend vond me cynisch en wantrouwend. En uiteindelijk kruipt het bloed waar het niet gaan kan en nu heb ik twee dochters. Maar gisteren werd mijn vrees waarheid. Mijn 8-jarige dochter kwam overstuur terug van het buitenspelen, omdat ze door een groep oudere jongens bij haar billen en haar vagina was gegrepen. 8 Jaar en dan moet je al leren dat je als vrouw niet veilig alleen over straat kunt. Dat heeft niks met cynisme of wantrouwen te maken, dat is gewoon de treurige waarheid.
Aangerand in de speeltuin
Er wordt vaak geroepen dat er geen feminisme meer nodig is. Dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen zo ver is teruggedrongen dat er geen behoefte meer is aan bewegingen zoals Me Too. Maar als zelfs kleine meisjes worden aangerand – want dat is het – in de speeltuin door een stel jongens die nog maar nauwelijks hun eerste natte droom gehad hebben, kunnen we slechts één tragische conclusie trekken: dat we met de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen nog helemaal nergens gekomen zijn. Tenslotte leren we onze zoons kennelijk nog steeds dat zij superieur zijn over meisjes en dat zij met hen dus ongevraagd kunnen doen wat ze willen. Dat verzinnen kinderen namelijk niet zelf, dat is gedrag en mentaliteit die hen worden voorgeleefd. Misschien door hun eigen ouders, maar veel meer nog door de maatschappij waarin zij opgroeien in het algemeen. Als samenleving zijn wij met z’n allen verantwoordelijk voor de opvoeding van de kinderen daarin. En ik denk dat we weinig anders kunnen dan toegeven dat onze opvoeding nog steeds zeer te wensen overlaat.
De geschiedenis herhaalt zich
Ik was 15 toen ik voor het eerst een hand in mijn kruis kreeg die ik daar niet wilde hebben, 20 toen ik voor het eerst verkracht werd. Mijn dochter is pas 8 jaar, maar loopt nu dus al jaren op mij voor. Ik houd mijn hart vast voor wat haar, en haar zusje, nog te wachten staat. En hoewel ik zielsgelukkig ben met mijn twee meiden, doet het me veel verdriet dat mijn angst van vroeger dus inderdaad gegrond blijkt. Dat ik mijn geschiedenis zich voor mijn ogen zie herhalen, maar nu op een nog vervelender manier omdat de boosheid, het verdriet en de schaamte van mijn dochter nog veel meer pijn doet dan die van mijzelf destijds. Dat ik mijn dochters niet kan laten opgroeien in een wereld die hen niet ziet als minderwaardig, als gebruiksvoorwerpen. En dat daardoor een klein meisje van 8 jaar, mijn meisje, nu al heeft geleerd dat haar lichaam en haar leven niet van haar zijn. Maar in de handen liggen van de mannen die zij toevallig tegenkomt.
Tussen hoop en vrees
Voor de jongens die gisteren mijn dochter grepen was het slechts een kwajongensstreek, maar voor mijn dochter zal dit een significant moment in haar leven worden. Later zal zij hierop terugkijken en het zich herinneren als het moment waarop zij zich realiseerde dat vrouw-zijn gelijk staat aan onveilig zijn. Aan ongelijk zijn. Aan minderwaardig zijn. Dit moment zal haar beperken in haar gevoel van vrijheid, onbevangenheid en vertrouwen. Omdat zij vanaf nu weet dat haar vrouwelijkheid een risico is. Ik wist dat dat moment zou komen, maar wat had ik graag gewild dat het haar nog even bespaard was gebleven. In ieder geval een paar jaar. Als moeder van dochters leef je tussen hoop en vrees vanaf het moment dat ze geboren worden. Mijn vrees is nu al uitgekomen, dus laat ik me dan nu maar focussen op de hoop. De hoop dat ik mijn dochters en vooral ook mijn zoon, als moeder en als ervaringsdeskundige, dan in ieder geval kan leren dat hoewel het bijna normaal is dat dit onderdeel is van hun leven, zij dat nooit normaal zullen gaan vinden. Zodat zij dan hopelijk eindelijk de ouders worden die, later als ze later zelf dochters hebben, nooit ‘She too’ zullen hoeven zeggen.
Ik herken jouw verhaal wel degelijk, en ik voelde me toendertijd ook ondergeschikt – niet bij machte het te stoppen, overgeleverd aan wanneer hij zou stoppen, bang voor het mes dat hij had. Mijn dochtertje is ook 8 jaar, jeetje nu al. En dan schrik ik van het ‘al’, van mezelf. Want dan zeg ik eigenlijk dat ik het wel verwacht voor jouw dochter, voor de mijne. En dat is ook zo. Maar ik wil het niet. En zij ook niet. En dat zou genoeg moeten zijn.
Jeetje, ik herken mijn eigen verhaal als 8-jarige en als moeder van een meisje van 3. Wat achteraf het meest bepalend is geweest voor mij is dat niemand er iets mee deed. Dat de dader, hoewel bekend, niet werd aangesproken. Dus ik vraag me eigenlijk af… hoe heb je dit aangepakt? Wie gaat deze jongens vertellen dat ze een meisje hebben aangerand? Wie gaat deze ouders aanspreken?
Helaas hebben we er niets aan kunnen doen. De jongens waren al weg toen wij er achteraan gingen en mijn dochter herkende ze ook niet als bekenden uit de buurt (de meeste kinderen kennen we wel). Heel vervelend, want zo komen dit soort jongens er dus makkelijk mee weg.
Wat fijn om op deze blog terecht te komen. Eerst lees ik het Corona crisis artikel, AMEN to that! Nu lees ik dit en man oh man. Ik was 6 jaar en dat heeft een jaar lang geduurd. Door de buurman. Als moeder van 3 kinderen, waarvan ook een dochter van 8 jaar, snap ik dit allemaal zo goed. School is hier letterlijk twee straten verderop, maar ik laat haar gewoon niet alleen gaan. Ze zegt weleens: wanneer mag ik zelf eens naar school fietsen? Ik kan dan als smoes mooi gebruiken dat haar broertje van bijna 6 nog niet alleen mag en dat ik dus toch die kant op moet. Over een jaar is hun jongere broertje ook aan de beurt om naar de basisschool te gaan, dus ik kan mooi een lange tijd mee fietsen, zonder haar het idee te geven dat het onveilig zou kunnen zijn. Buurtgenootjes mogen ook op dat schoolplein spelen. Ik wil zicht op mijn kinderen houden, omdat ik naast het seksuele geweld meerdere trauma’s heb gekend en me dus te bewust ben van het feit wat er allemaal kan gebeuren.
Vroeger bij mij op de basisschool was het zelfs een (super idioot) spelletje tussen jongens en meisjes, elkaar bij het kruis pakken. Het deed soms zelfs pijn. Echt, wat een idioterie en als ik hoor dat dit bij mijn kinderen op school gebeurd….