Kan iemand mij vertellen hoe ik niks moet doen? (Want ik weet niet meer hoe dat moet)

Jonge moeders zijn altijd druk. Maar dan worden de kinderen groter en heb je opeens tijd over. Tijd voor jezelf. Maar, wat moet je daar ook alweer mee? Vala weet het niet meer.

De afgelopen zeven jaar ben ik constant in de weer geweest. Want als je kleine kinderen hebt is er eigenlijk geen moment rust. Zeker niet als je méérdere kleine kinderen hebt. Er is dan namelijk altijd wel een luier die verschoond moet worden, een boterham die in zes driehoekjes (of waren het nou vierkantjes?) gesneden moet worden, iemand die zindelijk moet worden, een Duplotoren die gebouwd moet worden, een verhaaltje dat voorgelezen moet worden, een snotterig neusje dat afgeveegd moet worden en zo kan ik nog wel even doorgaan. Om over alles wat daarnaast ook nog moet gebeuren nog maar te zwijgen. Jonge ouders hebben het, kortom, druk. Tijd om even op je kont te zitten is er heel vaak niet. En wat kun je daar ontzettend naar verlangen. Naar heel eventjes, al was het maar een heel klein uurtje, met een kop thee en een boek op de bank. Of lekker in bad, een aflevering van je favoriete serie kijken, of gewoon, even helemaal niks. In je hoofd heb je wel duizend bedacht die je zou doen met een beetje vrije tijd. En reikhalzend kijk je dus uit naar het moment dat het zover is. Dat je kinderen naar school gaan bijvoorbeeld. Of dat ze zo groot zijn dat ze zichzelf eindelijk langer dan een halve seconde kunnen vermaken. Je kunt bijna niet wachten. En dan is het zover. Zijn je kinderen groot en hangen ze niet meer de hele tijd aan je rokken. En jij? Jij staat een beetje verdwaasd om je eigen as heen te draaien. Want nu heb je tijd voor jezelf. Maar, mijn god, wat móet je d’r mee?

Lees ook: Doet u mij maar 10 dreumesen.

Vroeger was ik heel goed in niks doen. In het invullen van tijd voor mezelf. Ik had er een overschot aan, dat soort tijd, maar gek genoeg wist ik altijd wel een manier om die tijd invullen. Uren kon ik mijn favoriete series kijken, in bad liggen weken, mijn poriën bestuderen in de spiegel, nutteloos internetten, of gewoon, slapen. Luieren was één van mijn betere kwaliteiten. Ik was, al zeg ik het zelf, de koningin van de me-time. Dientengevolge had ik verwacht dat ik het niks doen na de tropenjaren met mijn kinderen ook als vanzelf weer op zou kunnen pakken. Niets blijkt echter minder waar. Ik ben het niksen helemaal verleerd. Mijn oudste twee zijn inmiddels zeven en vijf jaar oud, gaan de hele dag naar school en zijn thuis bovendien in staat zich op heel veel vlakken geheel zelf te bedruipen. Mijn jongste is weliswaar nog maar anderhalf, maar zo’n bizar kind dat heel goed zelf kan spelen en bovendien ook nog zo’n vier uur op een dag slaapt. Dat houdt dus in dat ik sinds kort opeens een zee van tijd over heb waarin ik in principe niks te doen heb. Heerlijk natuurlijk, want ik heb een torenhoge stapel boeken liggen waar ik de afgelopen jaren niet aan toegekomen ben en de kast in badkamer puilt uit van alle flacons met weldadige etherische badoliën die ik gedurende zeven jaar verjaardagen en andere feestelijke gelegenheden heb gekregen, maar nooit heb kunnen gebruiken omdat ik tot voor kort iedere dag slechts vijf minuten had om even onder de douche door te rennen. Genoeg dus om al die vrije tijd mee te vullen, zou je zeggen. Maar, zo gek, ik krijg het gewoon niet voor elkaar. Blijkbaar is luieren niet net als fietsen: als je het maar lang genoeg niet doet, vergeet je blijkbaar hoe het moet.

Want nu, als mijn oudste twee lekker boven aan het spelen zijn en mijn jongste ligt te slapen, ga ik van de weeromstuit maar klusjes doen. Ook als er eigenlijk helemaal niks te doen is. Mijn huis is schoon en toch ga ik lopen poetsen. De rekeningen zijn betaald, maar dan ga ik alvast maar voor volgende maand de boel overboeken. Ik ga een was draaien terwijl ik de trommel maar halfvol krijg. of ik ga de kledingkasten van de kinderen opnieuw organiseren, terwijl alles al helemaal op kleur ligt. Terwijl ik bezig ben, denk ik de hele tijd: ‘mens, je bent hartstikke gek, hou hier mee op!’, maar het is sterker dan mezelf. Ik móet iets nuttigs doen. Iets moederigs. Ik ben zo gewend geraakt aan het constant bezig zijn, het constant redderen, dat ik er blijkbaar niet meer mee kan stoppen. Want als ik dat dan probeer, als ik mezelf dwíng iets voor mezelf te gaan doen, voel ik me binnen de kortste keren een afkickende drugsverslaafde. Compleet met detox-verschijnselen: hartkloppingen, trillen, zweetaanvallen, een opgejaagd gevoel. Het is gewoonweg niet te doen. Ik word pas weer rustig als ik iets nuttigs kan doen, iets kan schoonmaken, opruimen, alfabetiseren, regelen, of voorbereiden. Terwijl ik vervolgens wel heel erg sta te balen als ik mijn me-time weer eens verkwansel door iets nuttigs te gaan doen. Want hallo, droomde ik niet al zeven jaar lang van Gilmore Girls binge sessies op Netflix? En nu kan het eindelijk en sta ik ipv daarvan toch weer met één hand de piepers te jassen en met de andere te stofzuigen, want ‘dan is dat maar gedaan’. Echt, hoe gestoord kan je zijn?

Ik wil mijn vermogen om niks te doen terug. Kan iemand mij leren hoe ik moet luieren? Ik wil weer op de bank zitten met een boek, kunnen opgaan in het verhaal en alles om mij heen vergeten. Ik wil midden op de dag televisie kunnen kijken zonder me schuldig te voelen omdat ik ook iets nuttigs had kunnen doen. Ik wil kunnen genieten van het feit dat mijn kinderen me niet meer de godganse tijd nodig hebben en die momenten durven gebruiken voor mezélf. Want misschien is dat het wel: dat je als ouder, en vooral als moeder waarschijnlijk, niet meer goed aan jezelf durft te denken. Omdat je je, vanaf het moment dat je kinderen geboren werden, in dienst hebt gesteld van hen en hun behoeften. Wat logisch is, omdat die gewoon belangrijker waren dan die van jou. En het dus gek en onwennig en misschien zelfs wel een beetje slecht voelt als jezelf weer eens naar voren schuift. Maar dat is het natuurlijk niet. Iedereen heeft recht op me-time, sterker nog, iedereen heeft het nodig. Heus niet zoveel als vroeger, want, nou ja, in retrospect moet ik toegeven dat er destijds best weleens wat vaker een stofzuiger door de hut getrokken had mogen worden, ipv dat er weer een dvd van Friends werd opgezet, maar af en toe, als er toch geen walmende peuterkonten en andere prangende zaken beteugeld en personen verzorgd hoeven worden, even vegeteren op de bank, daar heb je meer dan recht op. En ja, het is handig als die piepers alvast geschild zouden worden. Maar nee, nódig is het niet.

Doorgaans maak ik geen goede voornemens voor het nieuwe jaar, maar nu maak ik een uitzondering. In 2018 wil ik leren luieren. Ik wil kunnen Netflixen zonder dat ik in een papieren zak moet ademen tegen het hyperventileren. In bad kunnen liggen zonder een fles HG tegelreiniger mee te nemen om tegelijkertijd de muren van de badkamer mee te ontkalken. Op zondag kunnen uitslapen zonder me schuldig te voelen dat mijn kroost zelf naar beneden is gegaan en met een boterhammetje voor de tv zit. Mijn kinderen vinden het namelijk helemaal niet erg als mama af en toe even voor zichzelf kiest. Sterker nog, ze vinden het zelfs fijn, want als ik boven kom om de moeder uit te hangen terwijl mijn kinderen zich heerlijk zelf zitten te vermaken word ik resoluut naar beneden gebonjourd, met de woorden: “Mama, kun je nou nooit eens even zelf spelen?!”. Het zal een lange weg zijn, maar ik ga mijn best doen om af te kicken van mijn moederverslaving. Ik denk wel dat ik af en toe nog een terugval heb, maar ik hoop dat ik aan het eind van dit jaar trots kan zeggen dat ik een genezen mamaholic ben. Gilmore Girls, here I come.

Lees ook: Nee, ik wil niet nog een baby. Ik wil meer tijd met de baby’s die ik al heb.