Waarom jij mij niet hoeft te vertellen dat ik moet genieten van mijn ouderschap

Wie niet altijd juichend van blijdschap over z’n kinderen of het ouderschap vertelt kan rekenen op veel kritiek. Want: je moet ervan genieten. Maar, wat als er gewoon niet zoveel te genieten valt?

Onlangs las ik in de krant de column van een vader. Deze vader had een dochter met een zeldzame, ernstige ziekte. Het gevolg daarvan was dat hij en zijn vrouw in constante zorgen leefden. Ziekenhuis in, ziekenhuis uit moesten. Hun kind pijn zagen lijden. Verdriet hadden, moe waren. Kortom: best wel een zwaar leven hadden. En daar schreef hij over in zijn columns. Over hoe moeilijk dat was. Hoe heftig het is om een kind te hebben waar iets mee is. Hoe de problemen het grootste deel van zijn leven in beslag namen en het ouderschap voor hem heel vaak niet leuk is. Maar het is blijkbaar niet de bedoeling dat je je daarover uitspreekt. Want heel vaak kreeg hij opmerkingen van lezers die van mening zijn dat hij niet zo negatief moet doen. Ook eens iets positiefs moet schrijven over zijn dochter. Want; alsof er niks leuk is aan dat kind ofzo. Hij kon toch ook gewoon weleens genieten van het ouderschap? Net zoals deze vader hoor ik dit soort dingen regelmatig. Zoals laatst nog, toen een volslagen vreemde mij mailde met de boodschap dat ze liever wat meer ‘leuke verhalen over mijn kids’ van mij wilde lezen. Want dat was veel gezelliger dan altijd maar dat negatieve gedoe. En, net zoals hij de vader uit bovengenoemde column, en weliswaar in meer directe bewoordingen dan hij gebruikte, zei, zeg ik daarop dus: fuck you, mensen. Echt. Fuck you.

Lees ook: Waarom ik rouw om het kind dat ik niet heb verloren.

Mijn zoon werd onlangs voor de zoveelste keer in elkaar geslagen door een veel oudere leerling op school. Hij is namelijk autistisch en zit dientengevolge op een school met allemaal andere autisten en anderszins gedragsgestoorde kinderen. Hoewel je zou zeggen dat er op zo’n school dus extra toezicht is en een extra veilige omgeving voor deze kinderen wordt gecreëerd, blijkt niets minder waar. Mijn zoon is niet de enige leerling die regelmatig met blauwe plekken thuis komt, maar de school doet niets. En dus moet ik het doen. Moet ik in conclaaf met schoolbesturen en de onderwijsinspectie. Naast alle gesprekken die ik aan de lopende band al moet hebben met kinderpsychiaters, orthopedagogen, Jeugdzorgmedewerkers en soortgelijke hulpverleners. Daarnaast heb ik thuis twee zieke dochters. Moet ik iedere dag zorgen dat er genoeg medicijnen gegeven worden. Zit ik met enige regelmaat in het ziekenhuis met weer een nieuwe specialist te praten over dingen waar geen enkele ouder het eigenlijk over zou moeten hebben. Moet ik soms mijn oudste meisje de trap op tillen omdat ze niet meer kan lopen van de pijn en sta ik regelmatig ‘s nachts naast het bed van een zwetend, huilend, jongste meisje met onverklaarbare hoge koorts. Heb ik dus iedere dag aanzienlijke zorgen over mijn kinderen en bestaat een aanzienlijk deel van mijn leven uit het beteugelen van die zorgen en het oplossen van problemen. En dat is bepaald geen genieten. Echt niet.

Tegen een ouder van zorgintensieve kinderen zeggen dat ‘ie niet zo moet ‘klagen’, ook eens de leuke kanten van z’n kind moet zien is heel erg dom, onfatsoenlijk en getuigt daarnaast bovendien ook nog eens van bijzonder weinig empathisch vermogen. Ik begrijp dat het voor veel mensen pijnlijk en naar is om te lezen over zieke kinderen, ellende en verdriet. Niemand wordt daar vrolijk van. Maar het is dus wel de realiteit. De realiteit van ouders zoals ik en de vader van de column. Dat bagatelliseren door te roepen dat je ‘ook weleens wat leuks wil lezen’, dat iemand moet ‘genieten’ kán gewoon niet. Want dat wij ons leven met onze kinderen, ons ouderschap, als zwaar ervaren is geen verkeerd of overdreven perspectief, het is gewoon een feit. En feiten, beste mensen, zijn dus nog steeds geen meningen. Het ís zo dat het naar is als je kind ziek is, het ís zo dat het vermoeiend is om constant te moeten vechten voor de belangen van je kind. Het ís zo dat het pijn doet als je kind niet is zoals andere kinderen. En het ís zo dat al die dingen een smet leggen op het ouderschap. Dat valt, heel simpel, gewoon niet te betwisten. Het ouderschap als je een zorgintensief kind hebt ís niet leuk. Je kind zelf, dat is fantastisch. Hoe ziek, anders, raar, of moeilijk het ook is. En van dat kínd geniet je. Maar van je ouderschap dus niet. En dat ouderschap bepaalt een heel groot deel van je leven. Wat normaal is, want dat is zoals dat altijd gaat met ouderschap, alleen normaal dus niet op deze manier. En dat, dames en heren, beste mede-ouders, is dus gewoon echt kut.

Vertel me dus niet dat ik eens moet genieten van mijn ouderschap. Dat je ook weleens een keer iets leuks over het ouderschap van mij zou willen horen. Hoe durf je dat te zeggen tegen iemand die iedere dag weer voornamelijk aan het overleven is? Of zeg je tegen een kankerpatiënt ook dat hij zich niet moet aanstellen als hij vertelt dat hij zichzelf weer eens helemaal binnenstebuiten gekotst heeft van de chemo? Dat ‘ie eens moet gaan genieten van z’n leven? Mijn kinderen zijn leuk, maar mijn ouderschap is dat in het geheel niet. En daar heb jij verder helemaal niks over te zeggen. Jouw ouderschap is niet mijn ouderschap. Jouw realiteit is niet de mijne. En als mijn realiteit een beetje al te realistisch voor je is, sluit je er dan vooral voor af. Dat is je goed recht en het privilege van hen die een gezegend leven leiden. Maar in godsnaam, ga mij niet vertellen dat ik moet genieten. Want kinderleed, dat is dus gewoon lijden. En meer kun je er echt niet van maken.

Lees ook: Waarom je niet uit liefde, maar vooral uit ratio een kind moet krijgen.