Als je kinderen hebt, kom je soms voor onvoorziene situaties te staan. Situaties die een sterk staaltje koelbloedigheid en troubleshooten vereisen. Zoals in dit geval:
Er was eens een jonge moeder. Ze had een zoontje van twee jaar en leidde een rustig, ongecompliceerd leven. Totdat op een dag het noodlot toesloeg. Het leek een doodgewone dag, zoals er al zoveel waren geweest. Moeder en zoon hadden een gemoedelijke ochtend, er leek geen vuiltje aan de lucht. Totdat, als bij toverslag, het jongetje vuurrood aanliep en ondefinieerbare geluiden begon uit te stoten. Zijn kleine lijfje begon, als ware het bezeten, te schokken en in een mum van tijd stond het schuim hem op de lippen. Wat er gebeurd was, wist zijn moeder niet, maar goed kon het niet zijn. Pogingen het kind bij zinnen te brengen werkten niet en naarmate de minuten verder tikten en haar zoon inmiddels paars aanliep, vreesde zijn moeder steeds meer dat er iets vreselijks aan de hand was. Epilepsie, een beroerte, hondsdolheid, er schoot van alles door haar hoofd. Dus reed ze in allerijl naar de EHBO, waar zij de artsen smeekte haar kind toch alsjeblieft te redden van de acute en mogelijk wel dodelijke aandoening waar hij duidelijk aan leed. Na enig observeren wendde een arts zich tot de moeder en gaf zijn meedogenloze diagnose: “Mevrouw, uw kind heeft een driftbui.”
Lees ook: 27 Dingen die je denkt als je peuter een driftbui heeft.
Dit is geen sprookje, dit is een waargebeurd verhaal. Wie (nog) geen peuter heeft zal er misschien zijn wenkbrauwen bij optrekken en er smakelijk om moeten lachen, maar echt: het is de harde realiteit van leven met een peuter. Ja mensen, the struggle is real. Toen de vriendin wiens verhaal dit is mij dit vertelde zat ik met mijn oren te klapperen van ongeloof. Want kom op zeg, dat méén je toch niet? Wie rijdt er nou naar de Eerste Hulp met een driftige peuter? Control your kid, lady! Hoe moeilijk kan het zijn? Tja. De beste stuurlui staan altijd aan wal. En ik vond mezelf een heel wat betere kapitein dan mijn vriendin. Want zoiets belachelijks zou mij natuurlijk never nooit overkomen. Aldus de moeder die geen peuter had. Gelukkig is karma een enorme bitch en overwoog ik nog geen jaar later om op internet illegaal een voorraad kalmeringsmiddelen te bestellen om mijn hysterische peuterpuber mee te drogeren. Inmiddels hef ik dus het glas naar mijn vriendin en zeg ik: wij begrijpen elkaar.
Peuters zijn duivels op hele korte pootjes. Of een soort gremlins: cute and cuddly aan de buitenkant, maar pure evil van binnen. Je zou denken dat je het wel aankunt, zo’n opdonder van een halve meter hoog, maar laat je vooral niet bedriegen door hun formaat: de hel die een peuter over het gezin kan afroepen is groots en meeslepend. Mijn dochter was er één van het indrukwekkende soort. Zo eentje die je eigenlijk gewoon twee jaar in een isoleercel moet opsluiten en af toe moet onderwerpen aan een rondje elektroshocktherapie. Zo’n exemplaar wat zich in supermarkten schuimbekkend aan haar tanden aan het koekjesschap optrok als ik haar een familiepak bokkenpoten ontzegde. Met grote regelmaat lag ze paars aangelopen midden op straat te gillen alsof ik haar zojuist ten overstaan van de hele buurt met een lederen riem tot bloedens toe had afgeranseld, terwijl ik alleen maar had geprobeerd had haar jas dicht te ritsen, in een poging haar een verkoudheid te besparen. Soms hoor ik het gegil ’s nachts nog in mijn dromen. Want, zoals Hannibal Lecter ook al zei: the lambs never stop screaming.
In retrospect vind ik het dan ook niet meer dan logisch dat mijn vriendin in de veronderstelling was dat haar zoon minstens een levensbedreigende epileptische aanval had. Als weldenkend mens kun je namelijk gewoon niet incalculeren dat er wezens zijn die op die manier door het lint gaan, zonder dat daarvoor een ernstige medische oorzaak is. Ik vind het dan ook een klein wonder dat ik maar liefst twéé peuters heb overleefd en het nog na kan vertellen. En alsof dat trauma nog niet groot genoeg is, mag ik er binnen afzienbare tijd nog een keer aan geloven. Mijn baby is nu nog lief en knuffelig, maar héél soms zie ik al een licht maniakale waas over haar gezichtje glijden. Een rode gloed over haar blauwe oogjes trekken en haar kleine nageltjes diep in haar speelkleed verzonken staan in een gefrustreerde poging zich een halve centimeter vooruit te klauwen. Het duurt niet lang meer of mijn dagen zijn geteld, dat weet ik. Een derde peuterpuberteit komt eraan en ik kan simpelweg niet garanderen dat ik daar doorheen kom zonder permanent onder invloed te zijn van wijn of valium.
Als het maatschappelijk geaccepteerd zou zijn, dan had ik al mijn kinderen van hun tweede tot hun vierde jaar weg gedaan naar een kostschool ergens ver weg op een eenzame berg in Engeland. Zodat ze daar met Duplo en avondeten konden smijten en ik ze pas terug kreeg als het welbespraakte, beleefde wezentjes waren geworden, die hun emoties niet als diarree gewoon vrijelijk lieten lopen. Helaas word je als moeder tegenwoordig geacht om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor alle levensfasen die je kinderen doorlopen, dus ik ga me alvast maar weer schrap zetten en misschien een beetje indrinken. Als Terrorist nr. 3 klaar is met peuterpuberen stevent haar grote broer zo langzamerhand af op de puberteit, dus het is goed mogelijk dat het me dit keer toch de kop gaat kosten. Vala van den Boomen: 1982 – 2018. Jammerlijk omgekomen door de peuterpuberteit. Zij die sterven gaan, groeten u. Vaarwel.
Lees ook: 10 Buikpijnmomenten van de moeder van een temperamentvolle peuter.